Internet in nieuw jasje
De Vrije Universiteit en Stichting NLnet gaan samenwerken bij de ontwikkeling van 'internet nieuwe stijl'. Dat houdt in dat gebruikers meer privacy kunnen genieten, maar ook dat de betrouwbaarheid van gegevens beter wordt gewaarborgd. De resultaten worden voor iedereen beschikbaar.
Het project is volgens directeur Teus Hagen van Stichting NLnet uniek voor Nederland, zelfs voor Europa. NLnet financiert een volledige onderzoeksgroep van vijf mensen bij de VU, die zich in elk geval de komende tien jaar richt op onderzoek van 'intelligente agenten', privacy en beveiliging. Welk bedrag daarmee gemoeid is, wil Hagen niet zeggen. Dat zou maar jaloezie opwekken bij andere, minder bedeelde onderzoekers.
De stichting NLnet komt voor uit de eerste, gelijknamige, Nederlandse internetaanbieder die In 1997 werd verkocht aan UUnet. De opbrengst, naar schatting tussen de 25 en 30 miljoen dollar, kwam ten goede aan de stichting zelf. Met de opbrengst van het vermogen financiert de stichting allerlei projecten op het gebied van internet. Een voorwaarde is dat de opbrengst van het onderzoek ten goede komt aan het algemene publiek. NLnet houdt daarmee vast aan zijn oorsprong in de minder van commercie doordesemde begintijd van internet.
Onder de andere projecten die NLnet subsidieert, zijn een anti-spamprogramma (tegen ongevraagde e-mail) en de ontwikkeling van software die het mogelijk maakt dat veel mensen tegelijk dezelfde bestanden van internet kunnen downloaden.
De onderzoeksgroep krijgt een deeltijdhoogleraar, twee onderzoekers, een programmeur en twee aio's (assistenten-in-opleiding) en blijft tenminste tien jaar actief. Dat is lang, in internettermen, maar het ontwikkelen van nieuwe technologie kost al snel vijf jaar, zegt Hagen.
Het onderzoek aan de VU richt zich met name op het gebruik van 'agenten'. Agenten zijn stukjes software die het net afzoeken op zoek naar bepaalde informatie. Een agent kan bijvoorbeeld zoeken naar de goedkoopste cd, of alle websites over Harley Davidson verzamelen. Ze worden onmisbaar op het moment dat het internet steeds verder uitdijt, waardoor mensen het overzicht verliezen.
Commerciële bedrijven zien ook wel iets in het ontwikkelen van agenten. ''We willen niet dat een bedrijf het alleenrecht krijgt,'' zegt Hagen. Maar bedrijven kunnen de resultaten van het ontwikkelingswerk van de VU-onderzoekers wel in hun producten inbouwen.
Onderzoeksleider Frances Brazier denkt ook aan systemen die het mogelijk maken websites te testen op betrouwbaarheid en hun omgang met privacygevoelige gegevens. Nu test bijvoorbeeld de Consumentenbond webwinkels, maar op den duur wordt het onmogelijk alle sites te testen. Dat moet de computer, of een agent, zelf kunnen doen.
Voor veel gebruikers speelt privacy niet zo'n grote rol, vermoedt Brazier. ''Heel veel gaat op basis van goed vertrouwen.'' Het delen van persoonlijke informatie met vertrouwde internetwinkels wordt door veel klanten niet als bedreigend gezien.
Maar in de toekomst krijgen mensen bij het elektronisch winkelen misschien behoefte aan een bemiddelaar, denkt Brazier. Deze broker kan ervoor zorgen dat een bestelling bij een webwinkel niet herleidbaar is tot de klant. Anoniem winkelen, net als in een gewone winkel, wordt dan ook op het web mogelijk.
ADDIE SCHULTE, 31-12-1999